STATUTEN VAN BOWLINGVERENIGING WOLVEGA

 

Artikel   1:        Naam, zetel en duur

Artikel   2:        Doel

Artikel   3:        Leden

Artikel   4:        Rechten en algemene verplichtingen

Artikel   5:        Straffen

Artikel   6:        Einde lidmaatschap

Artikel   7:        Organisatie

Artikel   8:        Het bestuur

Artikel  9:        Dagelijks bestuur

Artikel 10:        Taken en bevoegdheden bestuur

Artikel 11:        Bestuursvergaderingen

Artikel 12:        Vertegenwoordiging

Artikel 13:        Commissies

Artikel 14:        Boekhouding en financiën

Artikel 15:        Rekening en verantwoording

Artikel 16:        De algemene vergadering

Artikel 17:        Bijeenroeping van de  algemene vergadering

Artikel 18:        Toegang  algemene vergadering

Artikel 19:        Agenda algemene vergadering

Artikel 20:        Besluiten

Artikel 21:        Nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten

Artikel 22:        Reglementen en uitvoeringsbesluiten

Artikel 23:        Statuten

Artikel 24:        Ontbinding en vereffening

 

 

Artikel 1. Naam, zetel en duur

 

  1. De vereniging draagt de naam: Bowlingvereniging Wolvega
    en wordt in de statuten en reglementen nader aangeduid als: vereniging.
  2. De vereniging is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid.
  3. De zetel van de vereniging is gevestigd te Wolvega.
  4. De vereniging is opgericht op 1 september 2007 en is aangegaan voor onbepaalde tijd.
  5. De vereniging is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leeuwarden onder nummer 01122529

 

 

Artikel 2. Doel

 

  1. De vereniging stelt zich ten doel het doen beoefenen van de bowlingsport in al zijn verschijningsvormen, alsmede het behartigen van de belangen van haar leden.
  2. De vereniging tracht haar doel onder meer te bereiken door:
  3. het lidmaatschap van de Nederlandse Bowling Federatie (NBF);
  4. deel te nemen aan door de NBF georganiseerde of goedgekeurde wedstrijden;
  5. zelf evenementen op het gebied van de bowlingsport te organiseren;
  6. voorts alles te doen wat tot het gestelde doel bevorderlijk kan zijn.

Artikel 3. Leden

 

  1. Tot de vereniging kunnen alleen worden toegelaten natuurlijke personen, die tevens het lidmaatschap van de NBF aanvragen en door deze als lid zijn toegelaten.
    Het bestuur dient namens de betrokkene een verzoek in tot toelating tot het lidmaatschap van de NBF.
  2. Het bestuur beslist over de toelating van leden. Het bestuur kan aan de toelating tot het lidmaatschap de voorwaarden stellen die de NBF aan de betrokkene stelt tot toelating van haar leden.
  3. Indien het bestuur niet tot toelating besluit kan de algemene vergadering op verzoek van de betrokkene alsnog tot toelating besluiten.
  4. De wijze van toelating kan in een reglement nader worden geregeld.
  5. De algemene vergadering is bevoegd leden in categorieën onder te verdelen en voor elke categorie afwijkende rechten en verplichtingen vast te stellen.
  6. Het bestuur houdt een ledenregister bij. In dit register worden alleen die gegevens bijgehouden welke voor de realisering van het doel van de vereniging noodzakelijk zijn. Na voorafgaande toestemming van de algemene vergadering kan het bestuur geregistreerde gegevens aan derden verstrekken, behalve van het lid dat tegen die verstrekking bij het bestuur schriftelijk bezwaar heeft gemaakt.
  7. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een persoon die zich in het kader van de doelstelling van de vereniging in het algemeen en voor de vereniging in het bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt het predikaat ‘lid van verdienste’ verlenen.
  8. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering een persoon die zich in het kader van de doelstelling van de vereniging in het algemeen en voor de vereniging in het bijzonder gedurende langere tijd zeer verdienstelijk heeft gemaakt het predikaat ‘erelid’ verlenen.

 

 

Artikel 4. Rechten en algemene verplichtingen

 

  1. Leden van de vereniging zijn verplicht:
  2. de statuten, reglementen en besluiten van organen van de verenging na te leven;
  3. de statuten, reglementen en besluiten van de NBF en van de Fédération Internationale des Quilleurs na te leven;
  4. de belangen van de vereniging en/of van de bowlingsport in het algemeen niet te schaden;
  5. alle overige verplichtingen welke de vereniging in naam of ten behoeve van de leden aangaat of welke uit het lidmaatschap van de vereniging voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.
  6. Het bestuur is bevoegd aan de leden verplichtingen van financiële en andere aard op te leggen en om verbintenissen aan het lidmaatschap te verbinden.
  7. De vereniging kan ten behoeve van de leden rechten bedingen.
    Tenzij het betreffende lid zich daartegen verzet, kan de verenging voor het lid nakoming van bedongen rechten een schadevergoeding vorderen. De vereniging kan bovendien ten laste van de leden verplichtingen aangaan.
    Tot deze verplichtingen behoren onder meer het aanvaarden en nakomen van verplichtingen welke de vereniging is aangegaan met betrekking tot sponsoring.
  1. Behalve in deze statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij reglement of bij besluit van een orgaan.
  2. Een lid is verplicht diens financiële verplichtingen op de door de vereniging aangegeven datum te voldoen.
    Indien het lid een maand nadien (de vervaldatum) niet geheel aan diens financiële verplichtingen heeft voldaan, is deze vanaf die datum zonder recht van beroep geschorst totdat deze geheel aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan. Gedurende de schorsing kan het lid in de vereniging geen rechten uitoefenen en blijft deze verplicht te voldoen aan alle verplichtingen welke uit het lidmaatschap voortvloeien.
  3. Indien een lid niet tijdig voldoet aan diens financiële verplichtingen tegenover de vereniging, is het lid vanaf de vervaldatum over het verschuldigde bedrag de wettelijke rente verschuldigd.
    Blijft het lid geheel of gedeeltelijk in gebreke, nadat het lid een nieuwe termijn voor betaling is gegund, dan is het lid behalve de wettelijke rente ook 15% aan buitengerechtelijke kosten over het oorspronkelijke bedrag verschuldigd.
    Volhardt het lid in diens verzuim, dan is deze naast de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten ook alle redelijkerwijs voor de inning van diens schuld aan de vereniging door een advocaat of deurwaarder gemaakte kosten verschuldigd, tenzij de rechter anders beslist.
  4. Het gebruik of doen gebruiken van verboden stimulerende middelen (doping) is verboden.
    Leden zijn verplicht hun volledige medewerking te geven aan de door de NBF georganiseerde, dan wel op diens verzoek gehouden dopingcontroles en zich te houden aan het Dopingreglement van de NBF.
  5. Een lid onthoudt tegenover een ander lid van elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non verbale of fysieke zin, opzettelijk of
    onopzettelijk, die door het andere lid, die het ondergaat, als ongewenst of gedwongen wordt ervaren.
    Het in strijd handelen met deze bepaling geldt als een overtreding en kan worden bestraft door het bestuur.

 

 

Artikel 5. Rechtspraak en geschillen

 

  1. Het bestuur is bevoegd een lid te bestraffen dat in strijd heeft gehandeld met de statuten, een reglement of een besluit van een orgaan.
  2. Het bestuur kan als straf opleggen:
    a. berisping;
  3. uitsluiting van deelname aan wedstrijden, hetzij voor een bepaalde duur, hetzij voor
    een in de straf bepaald aantal wedstrijden;
  4. ontzegging van het recht om één of meer in de straf genoemde functies uit te oefenen voor een in de straf te bepalen duur van ten hoogste één jaar;
  5. schorsing;
  6. terwijl het bestuur als enig orgaan tevens een lid kan royeren.
  7. Voor zover een overtreding is begaan binnen het verband van de NBF is het lid (tevens) onderworpen aan de tuchtrechtspraak van de NBF en is het Tuchtreglement van de NBF op het lid van toepassing.

Artikel 6. Einde lidmaatschap

 

  1. Het lidmaatschap van een lid eindigt door de dood, opzegging of royement.
  2. Een lid kan diens lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het contributiejaar. Een lid kan voorts het lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat:

–   het lid een besluit is medegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, dan wel tot fusie of splitsing van de vereniging;

–       het lid een besluit is bekend geworden of meegedeeld waarbij diens rechten zijn

beperkt of diens verplichtingen zijn verzwaard, in welk geval het besluit door de opzegging niet op het lid van toepassing is. Het lidmaatschap kan niet onmiddellijk worden opgezegd wanneer het een wijziging van rechten en verplichtingen betreft die nauwkeurig zijn omschreven of wanneer een verplichting van geldelijke aard wordt gewijzigd.

In andere gevallen kan een lid het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door
opzegging beëindigen, indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

  1. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur. De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het contributiejaar. Opzegging door de vereniging kan geschieden wanneer:

­   het lid diens verplichtingen tegenover de verenging niet of niet tijdig nakomt;

­   de belangen van de vereniging of van de bowlingsport schaadt;

­   het lid niet voldoet aan de vereisten die de statuten voor het lidmaatschap stellen.

Voorts kan de vereniging het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging doen beëindigen indien redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden verlangd het lidmaatschap te laten voortduren.

  1. Een opzegging tegen het einde van het contributiejaar geschiedt met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Is niet tijdig opgezegd, dan geldt de opzegging tegen het einde van het daaropvolgende contributiejaar.
    Is ten onrechte met onmiddellijke ingang opgezegd, dan eindigt het lidmaatschap op het vroegst toegelaten tijdstip volgend op de datum waartegen was opgezegd.
    Zolang het lidmaatschap niet is beëindigd, behoudt het lid diens rechten en moet het lid diens verplichtingen nakomen.
  2. Royement (ontzetting) geschiedt door het bestuur, wanneer een lid in ernstige mate in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging dan wel de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.

Het besluit tot royement wordt het lid zo spoedig mogelijk schriftelijk meegedeeld. Het lid kan binnen een maand na ontvangst van die mededeling in beroep gaan bij de algemene vergadering.
Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
Tijdens diens schorsing is het lid gehouden diens verplichtingen na te komen en worden diens rechten opgeschort, met uitzondering van het recht zich te verdedigen bij de behandeling van diens beroep in de algemene vergadering.
Het lid heeft tot die algemene vergadering alleen toegang voor de duur van de behandeling van diens beroep.

  1. Behalve in geval van overlijden en royement, blijft een lid dat heeft opgezegd nog lid zolang het lid niet heeft voldaan aan diens geldelijke verplichtingen tegenover de vereniging, of zolang een aangelegenheid waarbij het lid is betrokken niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf hieronder begrepen. Het bestuur stelt alsdan de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt.

 

 

Artikel 7. Organisatie

 

  1. Organen van de vereniging zijn het bestuur en de algemene vergadering, alsmede die personen en commissies die op grond van de statuten door de algemene vergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend.
  2. Alle officiële mededelingen van organen van de vereniging worden gedaan in de Officiële Mededelingen van de vereniging.

 

 

Artikel 8. Het bestuur

 

  1. Het bestuur bestaat uit ten minste vijf meerderjarige personen. De algemene vergadering stelthet aantal bestuursleden vast.
  2. De leden van het bestuur worden door de algemene vergadering uit de leden benoemd. De voorzitter wordt in functie benoemd.
    De overige functies worden door de leden van het bestuur onderling verdeeld.
  3. Het lidmaatschap van het bestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de kascommissie.
  4. Het bestuur of ten minste drie leden kunnen schriftelijk kandidaten stellen tot uiterlijk de datum waarop de agenda voor de betreffende vergadering van de algemene vergadering wordt verzonden.
  5. De leden van het bestuur worden benoemd voor de duur van twee jaar en kunnen telkens aansluitend worden herbenoemd. Onder een ‘jaar’ wordt in dit verband verstaan de periode tussen twee opeenvolgende jaarlijks te houden vergaderingen van de algemene vergadering.
    Bestuursleden treden in functie de dag na hun benoeming en treden af aan het eind van de algemene vergadering, waarin de duur van hun benoeming eindigt of waarin zij aftreden. In een tussentijdse vacature wordt zo mogelijk op de eerstvolgende vergadering van de algemene vergadering voorzien.
  6. Elk jaar treedt de helft van het aantal leden van het bestuur af, met dien verstande dat het ene jaar de voorzitter, penningmeester en enige bestuursleden aftreden en het andere jaar de secretaris en de overige bestuursleden.
    Met inachtneming van het bovenstaande stelt het bestuur een rooster van aftreden op.
  7. Na de benoeming van bestuursleden worden de functies verdeeld en de taken van ieder bestuurslid vastgesteld, waarvan mededeling wordt gedaan aan de leden. Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van diens taak.
    Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer leden van het bestuur behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan het bestuurslid te wijten is en het bestuurslid niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
  1. Een lid van het bestuur kan, ook al is deze voor bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door de algemene vergadering, met twee derden van de uitgebrachte stemmen worden ontslagen of geschorst.
    Een schorsing kan worden opgelegd voor ten hoogste drie maanden.
    Behalve wanneer de schorsing eindigt door een besluit tot ontslag, eindigt de schorsing door tijdsverloop of eerder door een besluit tot opheffing van de schorsing.
    De algemene vergadering neemt haar besluit niet eerder dan nadat het desbetreffende bestuurslid door de algemene vergadering is gehoord, althans daartoe in de gelegenheid is gesteld.
  2. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door overlijden, ontslag, bedanken, door het verstrijken van de duur van de (her)benoeming en wanneer het lidmaatschap van de vereniging eindigt.
    Voorts eindigt het lidmaatschap van het bestuur indien het bestuurslid wordt benoemd tot lid van de kascommissie of zich een andere, uit deze statuten blijkende onverenigbaarheid voordoet.

 

 

Artikel 9. Dagelijks bestuur

 

  1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, secretaris en penningmeester.
  2. Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse gang van zaken in de vereniging.
  3. De taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur worden door het bestuur vastgesteld.
  4. Het dagelijks bestuur doet tijdens vergaderingen van het bestuur verslag van haar werkzaamheden.

 

 

Artikel 10. Taken en bevoegdheden bestuur

 

  1. Tenzij de statuten anders bepalen, is het bestuur belast met het besturen van de vereniging. Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse gang van zaken van de vereniging.
  2. Het bestuur kan met behoud van haar verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van haar taak door personen of commissies doen uitvoeren.
    Bovendien is het bestuur bevoegd ‑ al dan niet tegen betaling ‑ werkzaamheden aan derden op te dragen.
  3. Indien het aantal bestuursleden beneden de vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht alsdan zo spoedig mogelijk een algemene vergadering bijeen te roepen om in de vacatures te voorzien.
  4. Het bestuur ziet toe op de naleving van de statuten, reglementen en door de vereniging genomen besluiten.
  5. Het bestuur is na voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
  1. Het bestuur is bevoegd beslissingen te nemen waarvan de financiële verplichtingen de voor dat boekjaar vastgestelde begroting in totaal met niet meer dan 5 % overschrijden. Bedraagt de overschrijding meer dan 5 % maar niet meer dan 10 %, dan is het bestuur bevoegd de voorgenomen beslissingen te nemen, na voorafgaande toestemming van de kascommissie.

 

 

Artikel 11. Bestuursvergaderingen

 

  1. Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee andere bestuursleden dit
    gewenst achten.
  2. De secretaris roept het bestuur bijeen.
  3. De voorzitter bepaalt de wijze van vergaderen.
    Het bestuur kan ook anders dan in een bijeenkomst vergaderingen houden, mits alle bestuursleden daaraan deelnemen of in geval afwezigheid verklaard hebben met die wijze van vergaderen in te stemmen.
  4. Het bestuur kan rechtsgeldige besluiten nemen, indien tenminste drie leden aan de vergadering deelnemen of daarin door een aanwezig bestuurslid vertegenwoordigd zijn.
  5. Indien de stemmen in een bestuursvergadering staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend, tenzij besloten wordtin een volgende bestuursvergadering opnieuw over het onderwerp te stemmen.

 

 

Artikel 12. Vertegenwoordiging

 

  1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging.
  2. De vereniging wordt voorts vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van het bestuur.
  3. Het bestuur of twee gezamenlijk handelende leden van het bestuur kunnen een ander bestuurslid of een derde schriftelijk machtigen om de vereniging te vertegenwoordigen in de gevallen en onder de voorwaarden, die uit de verstrekte volmacht blijken.
  4. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur en van de gezamenlijk handelende bestuursleden kan niet worden beperkt of aan voorwaarden worden gebonden.
    De vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen aan wie een volmacht is verleend, kan in die volmacht naar aard en omvang worden beperkt en/of aan voorwaarden worden gebonden.
  5. Personen aan wie op grond van hetzij deze statuten, hetzij een volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is verleend, oefenen die bevoegdheid niet uit dan nadat hiertoe een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de betreffende rechtshandeling is besloten.

 

 

Artikel 13. Commissies

 

  1. Het bestuur en de algemene vergadering zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en de leden van die commissies te benoemen, te schorsen en te ontslaan.
  2. Tenzij de samenstelling, taken en bevoegdheden van een commissie in de statuten of een reglement is geregeld, worden deze bij besluit vastgesteld door het orgaan dat de commissie heeft ingesteld.
  3. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het orgaan dat haar heeft ingesteld.
  4. Tenzij anders is bepaald of besloten, bestaat een commissie uit drie leden.
    De leden van een permanente commissie worden telkens benoemd voor de duur van twee jaar en kunnen aansluitend voor eenzelfde periode worden herbenoemd.
    De leden van een tijdelijke commissie worden benoemd voor de duur van de aan de commissie verstrekte opdracht.
  5. Tenzij anders is besloten, bestaat elke commissie uit een voorzitter, secretaris en uit een of meer leden en wordt de voorzitter in functie benoemd.
    De leden van een commissie verdelen in onderling overleg de overige functies.
  6. De kascommissie bestaat uit drie leden, die door de algemene vergadering jaarlijks worden benoemd.
    De kascommissie is belast met het onderzoek als vermeld in het artikel over Rekening en verantwoording.
    Het lidmaatschap van de kascommissie is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het bestuur.
  7. De kascommissie kan,wanneer haar onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis vereist, zich voor rekening van de vereniging door een deskundige doen bijstaan.
    De kascommissie overlegt vooraf met het bestuur over de daaraan verbonden kosten. Bereiken zij hierover geen overeenstemming dan beslist de algemene vergadering.

 

 

Artikel 14. Boekhouding en financiën

 

  1. Het boekjaar van de vereniging is gelijk aan het contributiejaar. Het contributiejaar van de vereniging loopt van één september tot en met eenendertig augustus van het daaropvolgende jaar.
  2. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit: contributies, bijdragen, entree‑ en inschrijfgelden, boetes, uitkeringen, donaties, subsidies, legaten en andere inkomsten. Erfenissen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
  3. De leden zijn gehouden tot betaling van de contributie en andere bijdragen die de algemene vergadering vaststelt.
    De algemene vergadering kan voor bepaalde groepen van leden een verschillende contributie en andere bijdragen vaststellen.
  4. Tenzij de algemene vergadering in enig boekjaar anders beslist, is het bestuur gerechtigd om jaarlijks de contributie, heffingen en boetes aan te passen aan de voor het voorafgaande boekjaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde prijsindexcijfer voor gezinsconsumptie, reeks voor Werknemersgezinnen Laag.

 

 

Artikel 15. Rekening en verantwoording

 

  1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze administratie te voeren en daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
  2. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de vereniging op te maken en op papier te stellen.
  3. Het bestuur brengt op een binnen zes maanden na het einde van het boekjaar te houden algemene vergadering een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid.
    Het legt de balans en staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de algemene vergadering over.
    Deze stukken worden ondertekend door de leden van het bestuur. Heeft een lid van het bestuur de stukken niet ondertekend dan wordt daarvan onder opgave van de redenen melding gemaakt.
  4. De algemene vergadering kan de in lid 3 genoemde termijn verlengen met ten hoogste vijf maanden.
    Na afloop van de oorspronkelijke of de verlengde termijn kan ieder lid van de gezamenlijke leden van het bestuur in rechte vorderen dat zij hun verplichtingen nakomen.
  5. Het bestuur is verplicht de op de jaarrekening betrekking hebbende stukken en gegevensdragers door de kascommissie te doen onderzoeken.
    De kascommissie brengt van haar bevindingen jaarlijks verslag uit aan de algemene vergadering.
    Het bestuur is verplicht de kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.
  6. Goedkeuring door de algemene vergadering van de balans en de staat van baten en lasten met toelichting gebeurt nadat is kennis genomen van de bevindingen van de kascommissie.
    Goedkeuring strekt het bestuur tot décharge voor alle handelingen die uit die stukken blijken.
  7. De balans en de staat van baten en lasten met toelichting moeten op papier worden gesteld en bewaard. Indien de boekhouding computermatig wordt gevoerd, kunnen ‑ met uitzondering van de op papier gestelde balans en de staat van baten en lasten ‑ de op een gegevensdrager aangebrachte gegevens op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard.
    Het overbrengen van de gegevens moet alsdan met juiste en volledige weergave van de gegevens geschieden, terwijl deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar moeten zijn en binnen redelijke tijd leesbaar moeten kunnen worden gemaakt.

Het bestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren

 

 

Artikel 16. Algemene vergadering

 

  1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn toegekend.
  2. De algemene vergadering bestaat uit alle leden van de vereniging.
  3. Ieder lid heeft in de algemene vergadering één stem. Geschorste leden hebben voor de duur van hun schorsing geen stemrecht.
  4. Besluiten van de algemene vergadering zijn voor alle leden bindend.
  5. De algemene vergadering benoemt jaarlijks een of meer afgevaardigden die de
    vereniging vertegenwoordigen in de bondsvergadering van de NBF.
  6. Van het verhandelde tijdens de algemene vergadering worden notulen gemaakt, die op de volgende algemene vergadering worden vastgesteld.

 

 

Artikel 17. Bijeenroeping algemene vergadering

 

  1. Jaarlijks wordttenminste één algemene vergaderingen gehouden,

welke uiterlijk vijftien december wordt gehouden.

  1. De bijeenroeping gebeurt door een mededeling in de officiële mededelingen of door een schriftelijke oproep aan de leden.
  2. De termijn van oproeping bedraagt tenminste drie weken. Het bestuur kan in bijzondere gevallen de termijn van oproeping bekorten.
  3. Een buitengewone algemene vergadering wordt gehouden indien het bestuur dit nodig acht.
  4. Voorts wordt een buitengewone algemene vergadering gehouden indien ten minste zoveel leden als bevoegd zijn tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering het bestuur daarom verzoekt.
    Het verzoek bevat een opgave van het te behandelen onderwerp, voorzien van een toelichting. Indien het bestuur niet binnen veertien dagen aan het verzoek gevolg heeft gegeven door binnen vier weken een algemene vergadering te doen houden, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene vergadering bijeenroept of door het plaatsen van een advertentie in een – ter plaatse waar de vereniging is gevestigd – veelgelezen dagblad.
    De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de algemene vergadering en het opstellen van de notulen.
  5. Het bestuur van de vereniging draagt er bovendien zorg voor dat het bondsbestuur op de hoogte wordt gesteld van alle algemene vergaderingen die de vereniging houdt.
    Het bestuur zal hiervoor de convocatie en de bijbehorende vergaderstukken aan het bondsbureau van de NBF zenden, binnen de termijn van oproeping, zoals bepaald in lid 3 van dit artikel.

 

 

 

 

 

Artikel 18. Toegang algemene vergadering

 

  1. Alle leden hebben toegang tot de algemene vergadering. Voorts hebben toegang degenen die door het bestuur of door de algemene vergadering zijn toegelaten.
    Leden die geschorst zijn, hebben geen toegang tot de algemene vergadering.
  2. De algemene vergadering gaat in een besloten vergadering over indien de voorzitter, het bestuur of ten minste tien leden hierom verzoeken.
    Tot een besloten vergadering hebben toegang alle niet-geschorste leden, het bestuur en degenen die door de algemene vergadering worden toegelaten.
  3. De algemene vergadering beslist in een besloten vergadering of de redenen die tot het aanvragen van een besloten vergadering zijn aangevoerd, een besloten vergadering rechtvaardigen. Is dit niet het geval, dan wordt de vergadering in het openbaar voortgezet.
  4. Over wat in een besloten vergadering is behandeld, kan geheimhouding worden opgelegd aan hen die daarbij aanwezig of vertegenwoordigd waren.

 

 

Artikel 19. Agenda algemene vergadering

 

  1. De agenda van een algemene vergadering wordt tegelijk met de bijeenroeping van de algemene vergadering ter kennis van de leden gebracht door publicatie in de officiële mededelingen of door toezending aan de leden.
  2. De agenda van de najaarsvergadering bevat in ieder geval:
  3. a.het vaststellen van de notulen van de vorige algemene vergadering;
  4. het jaarverslag van het bestuur;
  5. het financieel verslag van het bestuur;
  6. het verslag van de kascommissie;
  7. het vaststellen van de balans en van de staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar en het verlenen van décharge;
  8. het vaststellen van contributies en andere bijdragen;
  9. het vaststellen van de begroting voor het volgend boekjaar;
  10. het voorzien in vacatures;
  11. de behandeling van wijzigingen in de statuten of in een reglement;
  12. het bespreken van de agenda van de najaarsvergadering van de NBF;
  13. de rondvraag.
  14. Uiterlijk drie weken voor de dag van de algemene vergadering kunnen tenminste vijf leden bij het bestuur voorstellen of amendementen indienen, voorzien van een toelichting.

Een amendement houdt een voorstel tot wijziging van een geagendeerd voorstel in en
mag niet de strekking hebben van een geheel nieuw voorstel.

  1. Het bestuur is bevoegd na de in lid 4 genoemde termijn ingekomen voorstellen of
    wijzigingen van voorstellen, alsmede eigen voorstellen alsnog op de agenda te plaatsen.
  2. De algemene vergadering kan geen besluiten nemen over voorstellen die niet in de agenda zijn vermeld, tenzij de algemene vergadering anders beslist.

 

 

Artikel 20. Besluiten

 

  1. Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op alle besluiten die in de verenging worden genomen.
    Lid 8 is alleen van toepassing op de besluitvorming in de algemene vergadering.
  2. De voorzitter van een orgaan of van een commissie leidt de vergadering.
    De voorzitter stelt daarin de orde van de vergadering vast, behoudens het recht van de vergadering daarin wijziging te brengen.
    De voorzitter heeft het recht de beraadslagingen te sluiten indien de voorzitter meent dat de vergadering voldoende is ingelicht, doch is verplicht deze weer te openen wanneer een/derde van het aantal leden van het desbetreffende orgaan het verlangen hiertoe kenbaar maakt.
  3. Tenzij in de statuten of in een reglement anders is bepaald, worden besluiten in vergaderingen genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Onder meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de door stemgerechtigde leden uitgebrachte stemmen, zo nodig door afronding naar boven.
    Indien stemmen staken is geen meerderheid behaald.
  4. Ongeldige stemmen zijn stemmen uitgebracht door een geschorste stemgerechtigde en wanneer schriftelijk is gestemd voorts: blanco stemmen en stemmen die een andere aanduiding bevatten dan voor de betreffende stemming noodzakelijk is.
  5. Tenzij in de statuten anders is bepaald en met uitzondering van de bondsvergadering, brengt iedere stemgerechtigde in de betreffende vergadering één stem uit.
    Een stemgerechtigde kan één andere stemgerechtigde schriftelijk een volmacht verlenen namens het stemgerechtigd lid in een vergadering diens stem uit te brengen.
    Een stemgerechtigde kan slechts door één andere stemgerechtigde worden gemachtigd.
  6. De stemming over personen gebeurt schriftelijk met gesloten stembriefjes.
    De stemming over zaken gebeurt hoofdelijk door handopsteking of bij acclamatie. De vergadering kan echter tot een schriftelijke stemming besluiten.
    In beide gevallen kan de vergadering tot een andere dan de voorgeschreven wijze van stemmen besluiten.
    In elk geval wordt schriftelijk gestemd indien een stemgerechtigde een schriftelijke stemming verlangt.
  7. Indien bij een stemming over personen geen van de kandidaten bij de eerste stemming een gewone meerderheid behaalt, wordt een tweede stemming gehouden tussen de kandidaten die het hoogste respectievelijk het hoogste en het op één na hoogste aantal stemmen hebben behaald.
    Staken bij de tweede stemming de stemmen, dan wordt een derde stemming gehouden.
    Benoemd is die kandidaat die bij de tweede of de derde stemming de gewone meerderheid haalt, of door loting na een derde stemming is aangewezen.
  8. Bij een schriftelijke stemming in de algemene vergadering benoemt de voorzitter een stembureau van drie leden, die geen lid van het bestuur mogen zijn. Het stembureau onderzoekt de geldigheid van de uitgebrachte stemmen, berekent de uitslag en doet daarvan mededeling.
  9. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming
    is beslissend.
    Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
    Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt of ‑ wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde, een stemgerechtigde dit verlangt.
    Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

 

 

Artikel 21. Nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten

 

  1. Een besluit van een orgaan dat in strijd is met de wet of met de statuten, is nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit.
    Een nietig besluit mist rechtskracht.
  2. Is een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks het ontbreken van een door de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling of mededeling aan een ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen, dan kan het door die ander worden bekrachtigd.
    Is voor de ontbrekende handeling een vereiste gesteld, dan geldt dat ook voor de bekrachtiging.
  3. Bekrachtiging is niet meer mogelijk na afloop van een redelijke termijn die aan de ander is gesteld door het orgaan dat het besluit heeft genomen of door de wederpartij tot wie het was gericht.
  4. Een besluit van een orgaan is, onverminderd het elders in de wet over de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:
  5. a.wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van het besluit regelen;
  6. wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid.
  7. wegens strijd met een reglement.
  8. Tot de in lid 4 bedoelde bepalingen behoren niet die welke de voorschriften bevatten waarop in lid 2 wordt gedoeld.
  9. De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te vorderen, vervalt een jaar na het einde van de dag, waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, hetzij een belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd.
  10. Een besluit dat vernietigbaar is op grond van het bepaalde in lid 4 onder a., kan door een daartoe strekkend besluit worden bevestigd.
    Voor dit besluit gelden dezelfde vereisten als voor het te bevestigen besluit.
    Bevestiging is niet mogelijk zodra een vordering tot vernietiging aanhangig is.

Indien de vordering wordt toegewezen, geldt het vernietigde besluit als opnieuw
genomen door het latere besluit, tenzij uit de strekking van dit besluit het tegendeel voortvloeit.

 

 

Artikel 22. Reglementen en uitvoeringsbesluiten

 

  1. De organisatie van de vereniging alsmede de taken en bevoegdheden van haar organen en commissies kunnen nader worden uitgewerkt in reglementen.
  2. Reglementen worden met een gewone meerderheid vastgesteld en gewijzigd door de algemene vergadering.
  3. Nieuwe reglementen en wijzigingen in reglementen, alsmede uitvoeringsbesluiten treden in werking op de veertiende dag na de dag waarop de algemene vergadering tot vaststelling of wijziging van het reglement heeft besloten, tenzij de algemene vergadering tot een andere datum van inwerkingtreding besluit.
    Van een nieuw reglement, van een wijziging van een reglement en van een uitvoeringsbesluit wordt in de officiële mededelingen of op andere wijze mededeling aan de leden gedaan met vermelding van de datum van inwerkingtreding.
  4. In gevallen waarin de statuten en een reglement niet voorzien, beslist het bestuur.
  5. Het bestuur is bevoegd om in spoedeisende gevallen met een algemeen karakter, die een nadere regeling vereisen een uitvoeringsbesluit vast te stellen.
    Het uitvoeringsbesluit heeft de kracht van een reglement, is voor alle leden bindend vanaf de datum van bekendmaking en dient door eerst volgende algemene vergadering te worden bekrachtigd, dan wel als bepaling in de statuten of in een reglement te worden opgenomen.
    Een uitvoeringsbesluit mag niet in strijd zijn met de statuten en reglementen.
  6. Ieder lid wordt geacht de statuten, reglementen en uitvoeringsbesluiten te kennen, waaronder begrepen de wedstrijdbepalingen en de op grond van het Dopingreglement gepubliceerde dopinglijsten, alsmede alle mededelingen die als officiële mededelingen zijn gepubliceerd.

 

 

Artikel 23. Statuten

 

  1. In de statuten van de vereniging kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
    De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste drie weken.
  2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste drie weken vóór de desbetreffende algemene vergadering een voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen en welke is voorzien van een toelichting, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de algemene vergadering wordt gehouden.

Voorts wordt de voorgestelde wijziging van de statuten schriftelijk ter kennis van de leden gebracht en in de officiële mededelingen gepubliceerd.

  1. Een besluit tot wijziging van de statuten kan slechts door de algemene vergadering met tenminste twee derden van de uitgebrachte stemmen worden genomen.
  2. Het bepaalde in lid 2 en 3 is niet van toepassing indien in de algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
  3. Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt.
    Tot het doen verlijden van de akte is ieder lid van het bestuur bevoegd, dat bevoegd is de vereniging te vertegenwoordigen.
  4. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en van de gewijzigde statuten neer te leggen op het kantoor van het Handelsregister waarin de vereniging is ingeschreven.

 

 

Artikel 24. Ontbinding en vereffening

 

  1. Een besluit tot ontbinding van de vereniging kan alleen worden genomen in een daartoe speciaal bijeengeroepen algemene vergadering. Het bepaalde in het vorige artikel is van overeenkomstige toepassing.
  2. Indien de algemene vergadering tot ontbinding van de vereniging heeft besloten, treden de leden van het bestuur als vereffenaar op, tenzij de algemene vergadering de vereffening aan een derde opdraagt.
  3. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk van kracht.
    In stukken en aankondigingen die van de NBF uitgaan, wordt aan de naam toegevoegd “in liquidatie”.
  4. De algemene vergadering benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden van de vereniging zal bewaren gedurende zeven jaar na afloop der vereffening.
    De algemene vergadering kan de bewaarder een bewaarloon toekennen.
    Is geen bewaarder aangewezen en is de laatste vereffenaar niet bereid te bewaren, dan kan de bevoegde kantonrechter op verzoek van een belanghebbende uit de leden een bewaarder aanwijzen.
  5. Een batig saldo vervalt aan een door de algemene vergadering aan te wijzen organisatie met een soortgelijke doelstelling als die van de vereniging.